Onder dat motto heeft het Brabants Burgerplatform de volgende 10 tips voor de verkiezingsprogramma's voor de kamerverkiezingen van 2021. Iedere partij mag zich aangesproken voelen.
In het buitengebied wonen boeren. Die laten de laatste tijd nogal eens van zich horen. In datzelfde buitengebied wonen ook burgers. Véél meer zelfs dan er boeren wonen. Je hoort of ziet ze weinig in de media. Ze trekken niet naar Den Haag. Ze blokkeren geen distributiecentra. Ze maken geen stemming. Maar ze gaan wél stemmen.
De boeren presenteren zich in de publiciteit en in hun campagnes als de underdogs van het landbouwbeleid. Maar de échte slachtoffers van de geïndustrialiseerde landbouw zijn de burgers. Hun gezondheid staat op het spel. Hun leefmilieu wordt verpest. Hun huizen zijn nagenoeg onverkoopbaar.
Ze hebben geen intimiderende trekker. Maar wél een rood potlood. Daar gaan ze allemaal mee stemmen. Daarom: tien tips. Eerst beknopt de achtergrond. Daarna een alinea met een tekst-suggestie voor uw programma: Wij PARTIJ vinden…
Tip 1: Een passende veestapel
Het aantal boeren krimpt. Maar de veestapel krimpt niet mee. Elke boer die stopt, verkoopt zijn rechten. De grote jongens kopen die op. Hun bedrijven worden daardoor steeds groter. Deze megabedrijven zijn al lang geen boeren meer. Het zijn industrieën. En die horen op een industrieterrein en niet in het buitengebied.
Wij PARTIJ willen dat de overheid rechten opkoopt in concentratiegebieden. En dat ze die dan verpachten aan startende jonge boeren die daar biologisch of natuurinclusief willen gaan werken. We gaan beleid ontwikkelen dat toewerkt naar een lokaal grondgebonden veehouderij. Het resultaat is herstel van balans en een passende veestapel. Groot genoeg om in ons eigen voedsel te voorzien en om reststromen te benutten. Maar niet zó groot dat we voer moeten importeren, dat we 80% van ons vlees moeten exporteren, en dat we hier blijven zitten met de overdosis mest, de stank, de stikstof, het fijnstof en de gezondheidsrisico’s.
Tip 2: APK voor de veehouderij
De veehouderij groeit. Er worden grote nieuwe megastallen gebouwd. Maar oude stallen worden ook nog steeds vol beesten gezet. Want eens vergund, blijft vergund. In en rond die oude stallen is het geen pretje. Niet voor de dieren, maar evenmin voor de omwonenden Maar ook in de nieuwe stallen worden regels omzeild of ontdoken, of worden technieken toegepast die op papier wél, maar in de werkelijkheid niet of nauwelijks werken.
Wij PARTIJ gaan ons inzetten voor een APK van stallen. Een Algemene Periodieke Keuring. Elke stal wordt beoordeeld op enkele harde criteria, zoals gezondheidsrisico’s, emissies en dierenwelzijn. Daarbij wordt de uitstoot daadwerkelijk gemeten. Een stal die aan géén van de eisen voldoet, wordt direct gesloten. Stallen die op één of meer minimumeisen te kort schieten, krijgen een jaar de tijd om dat te herstellen en kunnen dan een herkeuring aanvragen.
Tip 3: Naar spuitvrije zones
Als de landerijen of bermen geel kleuren, is alles wat erop groeide doodgespoten met glyfosaat. Glyfosaat, beter bekend als Roundup, is funest voor het bodemleven, voor de biodiversiteit en voor ons drinkwater. Glyfosaat is nog niet verboden. Het is immers nog steeds niet voor 100% bewezen dat het kankerverwekkend is. Onder meer omdat Monsanto lang studies stimuleerde die het tegendeel ‘bewezen’. Er zijn in Nederland, met name in de sierteelt, nog veel meer schadelijke bestrijdingsmiddelen in gebruik, zoals de neonicotinoïden.
Wij PARTIJ willen mens, dier, natuur, bodem en water daartegen beschermen. Daarom willen we robuuste spuitvrije zones invoeren rond woningen, biologische bedrijven, campings en natuurgebieden. In grondwaterbeschermingsgebieden gaan we élk gebruik van bestrijdingsmiddelen verbieden. Tegelijk willen wij het gebruik van milieuvriendelijke alternatieven stimuleren.
Tip 4: Een gezonde bodem
De kwaliteit van onze bodems dendert achteruit. Monoculturen, overbemesting, vervuiling, intensieve grondbewerking en inklinking door zware machines bedreigen de vitaliteit van onze bodems.
Wij PARTIJ willen verdere verschraling en kwaliteitsverlies van de bodem tegengaan. Tegelijk willen we het gehalte organische stof en het vasthoudend vermogen van de bodem voor water en nutriënten verhogen. Daarom gaan we maatregelen nemen om de kwaliteit van onze bodems te herstellen.
Een gezonde bodem heeft een rijk, gevarieerd bodemleven, is de basis voor de productie van gezond voedsel en biedt meer perspectief voor opslag van CO2.
Een gezonde bodem is van levensbelang voor boeren, burgers en biodiversiteit.
Tip 5: Geur meten in plaats van berekenen
Een boerderij ruikt landelijk. Een stal tjokvol varkens of kippen stinkt. Net als de opslag en de verwerking van de mest ervan. Hoeveel dat stinkt is berekend met computermodellen. De stal heeft een vergunning voor die ‘papieren’ stank. Omwonenden hebben echter geen computer-sensor, maar een echte neus. Daarmee ruiken ze hoe vaak en hoe erg het stinkt. In werkelijkheid. Omwonenden krijgen de opgetelde stank van álle stallen in hun omgeving te verwerken. Ook die van de stal met de luchtwasser die niet doet, wat hij eigenlijk zou moeten doen.
Daarom pleiten wij PARTIJ voor een maximum van 5 odeur. Wij willen wetgeving om geur te meten in plaats van te berekenen. We willen de emissie meten die echt uit de stal komt. En ook de immissie die bij de buurman aankomt. Dan kan de boer sturen op verbetering. Dat is goed voor de dieren, goed voor natuur en milieu, goed voor de omwonenden en natuurlijk ook goed voor de boer en zijn gezin.
Tip 6: Gezondheid: borg in plaats van zorg
Als het kalf verdronken is …
In de landbouw worden pas corrigerende maatregelen getroffen als voor de volle 100% bewezen is dat er negatieve effecten optreden. In de door Q-koorts getroffen gebieden weten ze daar alles van. In de Omgevingswet gaat straks het voorzorgsbeginsel gelden waardoor de overheid dan maatregelen kán nemen, als er gegronde redenen zijn om te vrezen dat activiteiten negatieve gevolgen zullen hebben. Of overheden dat lokaal ook zullen gaan doen, is nog de vraag.
Wij PARTIJ willen daarom één stap verder: die van zorg achteraf naar borg vooraf. Onderzoek moet uitgewezen hebben dat er geen negatieve effecten zúllen gaan optreden. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met cumulatie en slordige toepassingen. Een techniek of methodiek moet “safe by design” zijn om toegelaten te worden. Veilig aan de voorkant, beter voor mens, dier en milieu
Tip 7: Functioneel ruimtegebruik
Voor de woningbouw, wegenbouw en alle andere bouwsectoren is gebrek aan ruimte. Ons land groeit nou eenmaal niet in grootte terwijl er steeds meer ruimte nodig is voor wonen, werken, verbouw van voedsel, natuur en recreatie met daarbovenop nog een ruimteclaim zonnevelden en grondgebonden landbouw.
Daarom pleiten wij PARTIJ voor een herverkaveling van onze ruimte. Een herindeling op basis van onze behoefte. En een functionele bestemming op basis van de kwaliteit van de bodem. Op welke gronden kun je het best je voedsel
produceren? Waar kun je het best melkvee houden? Kan vleesvee niet beter in natuurgebieden grazen? En kunnen we ons wel zonnevelden op landbouwgrond permitteren?
Wij gaan ons inzetten voor een nieuwe ruimtelijke balans die alle sectoren naar de toekomst toe duidelijkheid biedt.
Tip 8: Mestverwerking
Er bestaat (nog) geen duurzaam procedé voor mestverwerking. De huidige praktijken zijn zowel ecologisch als economisch een fiasco. Het bruine goud is een sprookje. Onze buurlanden sluiten stuk voor stuk hun grenzen voor onze met veel subsidie klaargestoomde export mestproducten. Biogas uit mest kan ook niet uit zonder extra’s en zonder subsidie. ‘Mestverwaarding’ blijkt een fata morgana.
Daarom. Wij PARTIJ willen op het platteland geen nieuwe mestverwerking. Industriële verwerking van mest staat haaks op de uitgangspunten van circulaire veehouderij, die richtinggevend zijn voor het Nederlandse landbouwbeleid. We gaan de omvang van onze veestapel afstemmen op onze eigen behoefte aan voeding en op de behoefte van onze bodems aan nutriënten en organische stoffen. Zo slaan we drie vliegen in één klap: we gooien minder subsidie over de balk, we hebben minder milieuvervuiling en we lopen minder gezondheidsrisico’s.
Tip 9: Regionale regelgeving
De boeren en de business eromheen van toeleverende en verwerkende industrieën pleiten de laatste tijd voor een level playing field. Men wil gelijke spelregels voor alle boeren in het hele land. Concentratiegebieden zoals Brabant zouden gelijk op moeten trekken met de andere provincies. Wij weten dat veel Brabanders op het platteland dit idee zullen onderschrijven: ook zij zouden hun lokale veedichtheid best willen omruilen voor het landelijk gemiddelde. De veedichtheid is hier namelijk vaak fors hoger. Daarbij is de overlast voor omwonenden in concentratiegebieden nog groter dan elders in provincies met veel intensieve veehouderij. Daarom zijn afwijkende regels, die passen bij dít speelveld, ook bitter hard nodig.
Wij PARTIJ willen meer maatwerk. Ruimte voor regionale regelgeving, waardoor de problemen daar effectief bij de bron aangepakt kunnen worden.
Tip 10: Duidelijkheid in beleid
Het landelijk beleid is richtinggevend voor de provincies en de gemeenten. Er is ruimte voor een eigen invulling van een koersplan, maar de richting ligt vast. Tenminste, dat is het uitgangspunt. Maar als richtinggevende begrippen niet duidelijk omschreven worden, ligt inflatie op de loer. We hebben dat meegemaakt met de term duurzaamheid. Uiteindelijk bleek in de lokale politiek vrijwel alles op de een of andere manier onder de paraplu van duurzaam te schuiven. Ook het begrip gezinsbedrijf werd zo links en rechts stevig opgerekt.
Wij PARTIJ willen voorkomen dat richtinggevende begrippen als circulaire landbouw, natuurinclusieve landbouw, lokaal grondgebonden landbouw ook uitgehold en opgerekt worden. Daarom gaan we ze scherp omschrijven en definiëren. Boeren, burgers en beleidsuitvoerders zijn gebaat bij duidelijkheid aan de voorkant.

Dit artikel afdrukken
De boeren presenteren zich in de publiciteit en in hun campagnes als de underdogs van het landbouwbeleid. Maar de échte slachtoffers van de geïndustrialiseerde landbouw zijn de burgers. Hun gezondheid staat op het spel. Hun leefmilieu wordt verpest. Hun huizen zijn nagenoeg onverkoopbaar.
Ze hebben geen intimiderende trekker. Maar wél een rood potlood. Daar gaan ze allemaal mee stemmen. Daarom: tien tips. Eerst beknopt de achtergrond. Daarna een alinea met een tekst-suggestie voor uw programma: Wij PARTIJ vinden…
Tip 1: Een passende veestapel
Het aantal boeren krimpt. Maar de veestapel krimpt niet mee. Elke boer die stopt, verkoopt zijn rechten. De grote jongens kopen die op. Hun bedrijven worden daardoor steeds groter. Deze megabedrijven zijn al lang geen boeren meer. Het zijn industrieën. En die horen op een industrieterrein en niet in het buitengebied.
Wij PARTIJ willen dat de overheid rechten opkoopt in concentratiegebieden. En dat ze die dan verpachten aan startende jonge boeren die daar biologisch of natuurinclusief willen gaan werken. We gaan beleid ontwikkelen dat toewerkt naar een lokaal grondgebonden veehouderij. Het resultaat is herstel van balans en een passende veestapel. Groot genoeg om in ons eigen voedsel te voorzien en om reststromen te benutten. Maar niet zó groot dat we voer moeten importeren, dat we 80% van ons vlees moeten exporteren, en dat we hier blijven zitten met de overdosis mest, de stank, de stikstof, het fijnstof en de gezondheidsrisico’s.
Tip 2: APK voor de veehouderij
De veehouderij groeit. Er worden grote nieuwe megastallen gebouwd. Maar oude stallen worden ook nog steeds vol beesten gezet. Want eens vergund, blijft vergund. In en rond die oude stallen is het geen pretje. Niet voor de dieren, maar evenmin voor de omwonenden Maar ook in de nieuwe stallen worden regels omzeild of ontdoken, of worden technieken toegepast die op papier wél, maar in de werkelijkheid niet of nauwelijks werken.
Wij PARTIJ gaan ons inzetten voor een APK van stallen. Een Algemene Periodieke Keuring. Elke stal wordt beoordeeld op enkele harde criteria, zoals gezondheidsrisico’s, emissies en dierenwelzijn. Daarbij wordt de uitstoot daadwerkelijk gemeten. Een stal die aan géén van de eisen voldoet, wordt direct gesloten. Stallen die op één of meer minimumeisen te kort schieten, krijgen een jaar de tijd om dat te herstellen en kunnen dan een herkeuring aanvragen.
Tip 3: Naar spuitvrije zones
Als de landerijen of bermen geel kleuren, is alles wat erop groeide doodgespoten met glyfosaat. Glyfosaat, beter bekend als Roundup, is funest voor het bodemleven, voor de biodiversiteit en voor ons drinkwater. Glyfosaat is nog niet verboden. Het is immers nog steeds niet voor 100% bewezen dat het kankerverwekkend is. Onder meer omdat Monsanto lang studies stimuleerde die het tegendeel ‘bewezen’. Er zijn in Nederland, met name in de sierteelt, nog veel meer schadelijke bestrijdingsmiddelen in gebruik, zoals de neonicotinoïden.
Wij PARTIJ willen mens, dier, natuur, bodem en water daartegen beschermen. Daarom willen we robuuste spuitvrije zones invoeren rond woningen, biologische bedrijven, campings en natuurgebieden. In grondwaterbeschermingsgebieden gaan we élk gebruik van bestrijdingsmiddelen verbieden. Tegelijk willen wij het gebruik van milieuvriendelijke alternatieven stimuleren.
Tip 4: Een gezonde bodem
De kwaliteit van onze bodems dendert achteruit. Monoculturen, overbemesting, vervuiling, intensieve grondbewerking en inklinking door zware machines bedreigen de vitaliteit van onze bodems.
Wij PARTIJ willen verdere verschraling en kwaliteitsverlies van de bodem tegengaan. Tegelijk willen we het gehalte organische stof en het vasthoudend vermogen van de bodem voor water en nutriënten verhogen. Daarom gaan we maatregelen nemen om de kwaliteit van onze bodems te herstellen.
Een gezonde bodem heeft een rijk, gevarieerd bodemleven, is de basis voor de productie van gezond voedsel en biedt meer perspectief voor opslag van CO2.
Een gezonde bodem is van levensbelang voor boeren, burgers en biodiversiteit.
Tip 5: Geur meten in plaats van berekenen
Een boerderij ruikt landelijk. Een stal tjokvol varkens of kippen stinkt. Net als de opslag en de verwerking van de mest ervan. Hoeveel dat stinkt is berekend met computermodellen. De stal heeft een vergunning voor die ‘papieren’ stank. Omwonenden hebben echter geen computer-sensor, maar een echte neus. Daarmee ruiken ze hoe vaak en hoe erg het stinkt. In werkelijkheid. Omwonenden krijgen de opgetelde stank van álle stallen in hun omgeving te verwerken. Ook die van de stal met de luchtwasser die niet doet, wat hij eigenlijk zou moeten doen.
Daarom pleiten wij PARTIJ voor een maximum van 5 odeur. Wij willen wetgeving om geur te meten in plaats van te berekenen. We willen de emissie meten die echt uit de stal komt. En ook de immissie die bij de buurman aankomt. Dan kan de boer sturen op verbetering. Dat is goed voor de dieren, goed voor natuur en milieu, goed voor de omwonenden en natuurlijk ook goed voor de boer en zijn gezin.
Tip 6: Gezondheid: borg in plaats van zorg
Als het kalf verdronken is …
In de landbouw worden pas corrigerende maatregelen getroffen als voor de volle 100% bewezen is dat er negatieve effecten optreden. In de door Q-koorts getroffen gebieden weten ze daar alles van. In de Omgevingswet gaat straks het voorzorgsbeginsel gelden waardoor de overheid dan maatregelen kán nemen, als er gegronde redenen zijn om te vrezen dat activiteiten negatieve gevolgen zullen hebben. Of overheden dat lokaal ook zullen gaan doen, is nog de vraag.
Wij PARTIJ willen daarom één stap verder: die van zorg achteraf naar borg vooraf. Onderzoek moet uitgewezen hebben dat er geen negatieve effecten zúllen gaan optreden. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met cumulatie en slordige toepassingen. Een techniek of methodiek moet “safe by design” zijn om toegelaten te worden. Veilig aan de voorkant, beter voor mens, dier en milieu
Tip 7: Functioneel ruimtegebruik
Voor de woningbouw, wegenbouw en alle andere bouwsectoren is gebrek aan ruimte. Ons land groeit nou eenmaal niet in grootte terwijl er steeds meer ruimte nodig is voor wonen, werken, verbouw van voedsel, natuur en recreatie met daarbovenop nog een ruimteclaim zonnevelden en grondgebonden landbouw.
Daarom pleiten wij PARTIJ voor een herverkaveling van onze ruimte. Een herindeling op basis van onze behoefte. En een functionele bestemming op basis van de kwaliteit van de bodem. Op welke gronden kun je het best je voedsel
produceren? Waar kun je het best melkvee houden? Kan vleesvee niet beter in natuurgebieden grazen? En kunnen we ons wel zonnevelden op landbouwgrond permitteren?
Wij gaan ons inzetten voor een nieuwe ruimtelijke balans die alle sectoren naar de toekomst toe duidelijkheid biedt.
Tip 8: Mestverwerking
Er bestaat (nog) geen duurzaam procedé voor mestverwerking. De huidige praktijken zijn zowel ecologisch als economisch een fiasco. Het bruine goud is een sprookje. Onze buurlanden sluiten stuk voor stuk hun grenzen voor onze met veel subsidie klaargestoomde export mestproducten. Biogas uit mest kan ook niet uit zonder extra’s en zonder subsidie. ‘Mestverwaarding’ blijkt een fata morgana.
Daarom. Wij PARTIJ willen op het platteland geen nieuwe mestverwerking. Industriële verwerking van mest staat haaks op de uitgangspunten van circulaire veehouderij, die richtinggevend zijn voor het Nederlandse landbouwbeleid. We gaan de omvang van onze veestapel afstemmen op onze eigen behoefte aan voeding en op de behoefte van onze bodems aan nutriënten en organische stoffen. Zo slaan we drie vliegen in één klap: we gooien minder subsidie over de balk, we hebben minder milieuvervuiling en we lopen minder gezondheidsrisico’s.
Tip 9: Regionale regelgeving
De boeren en de business eromheen van toeleverende en verwerkende industrieën pleiten de laatste tijd voor een level playing field. Men wil gelijke spelregels voor alle boeren in het hele land. Concentratiegebieden zoals Brabant zouden gelijk op moeten trekken met de andere provincies. Wij weten dat veel Brabanders op het platteland dit idee zullen onderschrijven: ook zij zouden hun lokale veedichtheid best willen omruilen voor het landelijk gemiddelde. De veedichtheid is hier namelijk vaak fors hoger. Daarbij is de overlast voor omwonenden in concentratiegebieden nog groter dan elders in provincies met veel intensieve veehouderij. Daarom zijn afwijkende regels, die passen bij dít speelveld, ook bitter hard nodig.
Wij PARTIJ willen meer maatwerk. Ruimte voor regionale regelgeving, waardoor de problemen daar effectief bij de bron aangepakt kunnen worden.
Tip 10: Duidelijkheid in beleid
Het landelijk beleid is richtinggevend voor de provincies en de gemeenten. Er is ruimte voor een eigen invulling van een koersplan, maar de richting ligt vast. Tenminste, dat is het uitgangspunt. Maar als richtinggevende begrippen niet duidelijk omschreven worden, ligt inflatie op de loer. We hebben dat meegemaakt met de term duurzaamheid. Uiteindelijk bleek in de lokale politiek vrijwel alles op de een of andere manier onder de paraplu van duurzaam te schuiven. Ook het begrip gezinsbedrijf werd zo links en rechts stevig opgerekt.
Wij PARTIJ willen voorkomen dat richtinggevende begrippen als circulaire landbouw, natuurinclusieve landbouw, lokaal grondgebonden landbouw ook uitgehold en opgerekt worden. Daarom gaan we ze scherp omschrijven en definiëren. Boeren, burgers en beleidsuitvoerders zijn gebaat bij duidelijkheid aan de voorkant.

Nog 5
Je hebt 0 van de 5 kado-artikelen gelezen.
Op 21 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 21 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#18 Ja
Maar laat Geert maar eens antwoord geven, misschien is het wel het ei van Columbus zo hij leeft en echt niemand daar last van heeft; 0,0 milieudruk
De bijdrage #20 werpt een beetje een ander licht op de zaak. Als ik ondernemer in het buitengebied zou zijn zouden mijn haren recht overeind gaan staan als het de bedoeling was dat politiek, bewoners van het platteland en 'de landbouw' samen moeten gaan bedenken hoe we het in de toekomst gaan fiksen. Want dat gaat neer komen op mensen die niet gehinderd door al te veel kennis de boeren gaan vertellen wat ze moeten doen.
De tien tips begrijp ik best vanuit de gedachte dat er op dezelfde voet doorgegaan wordt, maar m.i. zijn de veranderingen nu en in de nabije toekomst al enorm:
- een heel groot deel van de boeren heeft geen opvolger en/of geen levensvatbaar bedrijf om het bedrijf over te laten nemen.
- zelfs onder de wel levensvatbare bedrijven zitten er heel veel die o.a gezien de waarde van de diverse rechten (en gronden) niet overgenomen gaan worden.
- de uitbreiding en herstelopgaves m.b.t. natura 2000 gebieden gaat in behoorlijk tempo door.
- de uitbreidingsonmogelijkheden die er in o.a. provinciale- en bestemmingsplannen al lang zijjn, en die steeds strenger gaan worden.
- strengere regelgeving, o.a. strengere grondgebondenheid, beperking middelengebruik.
- verhandelbare stikstofrechten doen m.i. de agrarische activiteiten krimpen.
Dus het "probleem" lost zich grotendeels vanzelf op.
Onze tien tips zijn bedoeld als richtinggevend voor politieke partijen. De politiek gaat straks bepalen hoe we de koers gaan verleggen. Welke stappen we precies gaan nemen, is nog niet helemaal duidelijk. Daarvoor gaan ze ook het gesprek aan met alle betrokkenen. Maar dat er een stevige koerscorrectie komt is zeker. We kunnen zo ook niet verder blijven gaan. Onze samenleving kraakt in al haar voegen. We zijn de ene crisis nog niet te boven, of we zitten al in de volgende. En wij zijn als Burgerplatform geen roepende-van-links in de woestijn. Ook al worden we blijkbaar niet gehoord door struisvogels die daar de kop in het zand blijven steken.
Daarom. Een blik op de routeplanner van Nederland leert ons welke kant het op zal gaan. De NOVI, onze Nationale Omgevingsvisie geeft daar nu duidelijkheid over. In het ‘Kabinetsperspectief op de NOVI’ staat een glasheldere analyse. Eerst krijgt de Nederlandse landbouw zijn schouderklopje. “De Nederlandse landbouwsector draagt veel bij aan de Nederlandse welvaart. De sector is van groot belang voor de (inter-)nationale voedselvoorziening en voor de lokale economie in het landelijk gebied. Nederland is de tweede grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld en heeft dankzij innovaties een leidende positie in de wereld. De consument is zich weinig bewust van de positie van de boer, de gevolgen van dagelijkse voedselkeuzes en verwacht voldoende, veilig voedsel van hoge kwaliteit tegen een lage prijs. Boeren concurreren in een internationale markt, waar de marges gering zijn en de afhankelijkheid van afnemers groot is.”
Maar dan wordt door het kabinet met pijnlijke nauwkeurigheid de vinger op de zere plek gelegd: “Kenmerkend in de land- en tuinbouwsector is de nadruk op kostenverlaging en productieverhoging. Dit leidt tot schaalvergroting en intensivering van het grondgebruik. Gevolg is druk op andere belangen in de leefomgeving, zoals biodiversiteit, milieu, gezondheid, energietransitie, dierenwelzijn en de aantrekkelijkheid van het landschap.
Die afwenteling is te groot en is niet vol te houden. De huidige productiemethoden en het consumentengedrag geeft een te grote belasting voor bodem, lucht en water. De landbouwproductie is steeds meer losgezongen geraakt van de kenmerken en kwaliteiten van de lokale (natuurlijke) omgeving.” (pag.23)
In de Nationale Omgevingsvisie, die begin deze maand is vastgesteld, wordt de ontwikkelingsrichting van de landbouw duidelijk bepaald: “Het is van nationaal belang dat de land- en tuinbouw als grootste gebruiker van het landelijk gebied de omslag kan maken naar een kringlooplandbouw waarbij landbouw en biodiversiteit elkaar versterken.[…] Dit betekent dat de veehouderij op regionale schaal meer grondgebonden wordt, de land- en tuinbouw op zodanige wijze gaat werken dat de bodem- en waterkwaliteit (door nagenoeg geen emissies naar het milieu) in goede toestand zijn, en de biodiversiteit in het agrarisch areaal en in natuurgebieden nabij landbouw gronden wordt versterkt. In gebieden waar de druk vanuit de landbouw op de omgeving (natuur, landschap, volksgezondheid, drinkwatervoorziening) te hoog is, wordt deze druk door gerichte inzet verminderd.”(pag. 60-61)
Dat is toch duidelijke taal. En natuurlijk is de landbouw niet de enige sector die moet bijsturen. Andere sectoren hebben met de safe- by-design eis een veel verdergaande opgave op hun bord gekregen: Zij moeten zorgen dat ”materialen, producten en processen in de hele levenscyclus geen schadelijke emissies of andere risico’s meer veroorzaken en slechts verwaarloosbare gezondheidsrisico’s met zich meebrengen”.
Het zou goed zijn als de landbouw, samen met de bewoners van het platteland, vooruit wilde kijken naar hoe we het in de toekomst kunnen fiksen. Dat helpt meer dan nu de hakken in het zand te zetten en achterom blijven kijken. Want de wereld voeden is van een ander ambitieniveau als zonder nadelige effecten kunnen voorzien in de eigen behoeften. En we moeten de balans zien te vinden tussen enerzijds het benutten van onze leefomgeving en anderzijds het beschermen ervan. Voor nu en voor later. En dan zullen we op het platteland toch met elkaar in gesprek moeten. We moeten samen kijken welke stappen we moeten, kunnen en willen zetten om naar die betere leefomgeving toe te werken. En hoe we dat mogelijk maken. Met onze tien tips hebben wij ook onze agendapunten ingebracht voor deze dialoog.
Dick #14 die strijd is gestreden en in het voordeel uitgevallen van 17 miljoen Nederlanders. En dat is lullig voor 50.000 boeren. En het is niet meer dan normaal en rechtvaardig dat we daar goede oplossingen voor bedenken. Zowel in termen van uitstroom als in termen van reorganisatie. Argumenten als de wereld voeden of eigen voedselvoorziening hebben het onderspit gedolven. Zelfs de enorme export en Nederland kennisland lijkt een toontje lager te zingen.